Veel tuinliefhebbers genieten van het voeren van vogels, maar het kan frustrerend zijn als grotere vogels zoals kraaien, eksters en duiven al het voer opeisen. Hoe zorg je ervoor dat kleinere tuinvogels, zoals mezen, roodborstjes en vinken, ook een kans krijgen? In deze blog bespreken we effectieve manieren om grotere vogels te weren zonder ze volledig uit je tuin te verdrijven.
Waarom eten grotere vogels al het voer op?
Grote vogels hebben een grotere eetlust en zijn vaak sterker dan kleine tuinvogels. Ze kunnen voederplekken domineren, waardoor kleinere vogels minder kans krijgen om te eten. Daarnaast kunnen ze met hun gewicht voedersilo’s laten schommelen of zelfs omstoten, wat zorgt voor verspilling van het voer.
Effectieve manieren om grotere vogels te weren
1. Kies het juiste voederhuisje
Niet alle voederhuisjes zijn geschikt voor kleine vogels. Kies een voederhuisje met een beschermkooi of kleine openingen waar alleen kleinere vogels doorheen kunnen. Dit voorkomt dat grotere vogels het voer opslokken en laat kleinere vogels ongestoord eten.
2. Gebruik voedersilo’s met kleine openingen
Voedersilo’s met smalle openingen en korte zitstokken zorgen ervoor dat grote vogels zich moeilijker kunnen vastklampen. Hierdoor blijven de zaadjes en andere voederspecialiteiten beter beschikbaar voor kleine tuinvogels zoals pimpelmezen en vinken.
3. Plaats het voer strategisch
De locatie van je voederplek is cruciaal. Hang voederhuisjes aan dunne takken of onder een afdak waar grotere vogels moeilijk bij kunnen. Zorg ervoor dat er geen platte oppervlakken in de buurt zijn waarop grotere vogels kunnen landen.
4. Gebruik voer dat minder aantrekkelijk is voor grote vogels
Sommige voersoorten zijn geliefder bij grote vogels dan bij kleine. Vermijd grote brokken brood, pinda’s in de dop en grote zonnebloempitten. Kies in plaats daarvan voor kleinere zaden, vetbollen in een beschermde houder en meelwormen die beter toegankelijk zijn voor kleine vogels.
5. Maak gebruik van een beschermkooi
Er zijn speciale voederkooien beschikbaar die ontworpen zijn om kleinere vogels door te laten terwijl ze grotere vogels buiten houden. Dit is een effectieve manier om selectief te voeren zonder andere dieren volledig te weren.
6. Voer verspreid en op verschillende hoogtes
Door meerdere voederplekken te creëren, verklein je de kans dat één groep vogels alles opeist. Hang voedersilo’s op verschillende hoogtes en gebruik meerdere kleine voederhuisjes verspreid door de tuin.
7. Blijf consequent in je voermethode
Consistentie is belangrijk bij het voeren van vogels. Als je merkt dat grote vogels blijven domineren, pas dan je strategie aan door bijvoorbeeld andere voerlocaties te kiezen of de voersoort te veranderen. Na verloop van tijd zullen kleinere vogels leren waar ze veilig kunnen eten.
Wat als grotere vogels toch blijven komen?
Hoewel je grotere vogels enigszins kunt ontmoedigen, is het belangrijk om te onthouden dat ze ook deel uitmaken van de natuurlijke omgeving. Je hoeft ze niet volledig uit je tuin te weren. Door selectieve voerkeuzes en slimme plaatsing van voederhuisjes zorg je voor een evenwichtig ecosysteem waarin zowel grote als kleine vogels een plekje hebben.
Conclusie
Het voorkomen dat grotere vogels al het voer opeten, vereist een doordachte aanpak. Door het juiste voederhuisje te kiezen, het voer strategisch te plaatsen en voedersilo’s met kleine openingen te gebruiken, kun je ervoor zorgen dat kleine vogels voldoende kans krijgen om te eten. Combineer meerdere methoden en blijf experimenteren om de perfecte voederplek te creëren voor een gevarieerd vogelleven in je tuin.
